Logo Fietsen123

Nieuws

Goeie vraag: waarom schreeuwen wielrenners eigenlijk?

Tuesday 27 September, 2016

Het is misschien wel de grootste irritatie van de fietser: de schreeuwende wielrenner. Iedereen aan de kant, ik kom eraan, zo lijkt hij te zeggen. Maar is dat ook echt zo? En tegen wie schreeuwt die wielrenner eigenlijk?

Vraag de fietser naar zijn grootste ergernis en de kans is groot dat hij een verhaal begint over een pelotonnetje voortrazende wielrenners dat hem zonder pardon de berm in schreeuwen. De 'tierende wielrenner': het blijkt het grootste misverstand op het fietspad.

Wat schreeuwen ze eigenlijk?

Korte kreten zijn het, die wielrenners roepen als ze aan komen suizen. En de fietser die luistert, zal het misschien opvallen: woorden als OPZIJ! of AAN DE KANT! komen er niet aan te pas. Wat wielrenners dan wel schreeuwen? Ze schreeuwen VOOR! Of ACHTER!

Waarom schreeuwen ze?

Wielrenners in een peloton lijden op de fiets aan tijdelijke doofheid: de wind langs de fietshelm zorgt voor zoveel ruis dat ze niet goed meer horen. Daar komt bij dat alleen de voorste fietsers in het peloton goed zicht hebben op wat er voor hen op de weg gebeurt. Die tijdelijke doofheid in combinatie met het feit dat alleen de voorste fietsers goed zicht hebben, maakt dat wielrenners gaan schreeuwen.

Naar wie schreeuwen ze?

Wielrenners schreeuwen naar elkaar, en niet – zoals de meeste mensen denken – naar de andere weggebruikers. Ziet de voorste wielrenner een andere fietser of bijvoorbeeld een paaltje waarvoor het peloton moet uitwijken, dan schreeuwt hij een waarschuwing –‘VOOR!’ – naar de wielrenners die achter hem rijden. De wielrenners achter hem schreeuwen dat weer door naar de renners daarachter en op die manier waarschuwt het peloton wielrenners elkáár: we moeten uitwijken. Datzelfde gebeurt precies andersom als er bijvoorbeeld een auto van achteren nadert: dan schreeuwt de achterste wielrenner naar de renners voor hem waardoor die weten dat er een auto of motor wil passeren.

Fietsplezier

Natuurlijk zijn er uitzonderingen op de regel. Ja, er zijn wielrenners die denken dat het fietspad speciaal voor hen is aangelegd. Net zoals er scholieren zijn die datzelfde denken. En ook onder de recreatieve fietsers – al dan niet op een e-bike – zijn er die zich gedragen alsof het asfalt hen toebehoort. Maar: het overgrote deel van al die fietsers fietst gewoon voor zijn plezier en is helemaal niet uit op een aanvaring, laat staan op een ongeval.